kippen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kippen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • kip·pen
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘kantelen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1904 [1]

Zelfstandig naamwoord

dekippenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord kip

Gangbaarheid

  • Het woord kippen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.