klífa

Oudnoords

Woordafbreking
  • klí·fa
stamtijd
onbepaalde
wijs
tegenwoordige
tijd
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
klífa
klífr
enk: kleif
mv: klifu
klifit
Klasse 1 sterk volledig

Werkwoord

klífa

  1. klauteren, klimmen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.