klauter

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  klauter    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • klau·ter

Werkwoord

vervoeging van
klauteren

klauter

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van klauteren
    • Ik klauter. 
  2. gebiedende wijs van klauteren
    • Klauter! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van klauteren
    • Klauter je? 

Gangbaarheid

  • Het woord klauter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.