kleineerde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kleineerde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • klei·neer·de

Werkwoord

vervoeging van
kleineren

kleineerde

  1. enkelvoud verleden tijd van kleineren
    • Ik kleineerde. 
    • Jij kleineerde. 
    • Hij, zij, het kleineerde. 

Gangbaarheid

  • Het woord kleineerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.