klieren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  klieren    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • klie·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van klier met het achtervoegsel -en
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
klieren
klierde
geklierd
zwak -d volledig

Werkwoord

klieren

  1. inergatief zich onaangenaam gedragen
    • Ma, Michel zit weer te klieren! 

Zelfstandig naamwoord

deklierenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord klier
Hyponiemen
  • montgomery-klieren

Gangbaarheid

  • Het woord klieren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.