kluisje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kluisje    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈklœyʃə/ (2 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland): /ˈklœʏʃə/
    • (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈklœːsjə/
Woordafbreking
  • kluis·je

Zelfstandig naamwoord

hetkluisjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord kluis

Gangbaarheid

  • Het woord kluisje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.