knibbelen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  knibbelen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • knib·be·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
knibbelen
knibbelde
geknibbeld
zwak -d volledig

Werkwoord

knibbelen [2] [3] [4]

  1. onovergankelijk op onbelangrijke zaken afdingen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
  • knibbelaar, knibbelachtig, knibbelarij, knibbelig, knibbelspel

Gangbaarheid

  • Het woord knibbelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
90 %van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.