knipperde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  knipperde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • knip·per·de

Werkwoord

vervoeging van
knipperen

knipperde

  1. enkelvoud verleden tijd van knipperen
    • Ik knipperde. 
    • Jij knipperde. 
    • Hij, zij, het knipperde. 

Gangbaarheid

  • Het woord knipperde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.