knobbelde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: knobbelde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- knob·bel·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
knobbelen |
knobbelde
- enkelvoud verleden tijd van knobbelen
- Ik knobbelde.
- Jij knobbelde.
- Hij, zij, het knobbelde.
- Ik knobbelde.
Gangbaarheid
- Het woord knobbelde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.