knobbelt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  knobbelt    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • knobĀ·belt

Werkwoord

vervoeging van
knobbelen

knobbelt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van knobbelen
    • Jij knobbelt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van knobbelen
    • Hij knobbelt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van knobbelen
    • Knobbelt! 

Gangbaarheid

  • Het woord knobbelt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.