knoffelde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  knoffelde    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈknɔfəldə/
Woordafbreking
  • knof·fel·de

Werkwoord

vervoeging van
knoffelen

knoffelde

  1. enkelvoud verleden tijd van knoffelen
    • Ik knoffelde. 
    • Jij knoffelde. 
    • Hij, zij, het knoffelde. 
    • De geschoren wol wordt ter plaatse gesponnen, en men kan ook zien hoe men vroeger „knoffelde" (breide op Duitse wijze). [1]

Gangbaarheid

  • Het woord 'knoffelde' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.