knokkelkoortspatiëntjes

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  knokkelkoortspatiëntjes    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • knok·kel·koorts·pa·ti·ent·jes

Zelfstandig naamwoord

deknokkelkoortspatiëntjesmv

  1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord knokkelkoortspatiënt
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.