koers af

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  koers af    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • koers af
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
afkoersen

koers af

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afkoersen
    • Ik koers af. 
  2. gebiedende wijs van afkoersen
    • Koers af! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afkoersen
    • Koers je af? 

Gangbaarheid

  • Het woord koers af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.