koningspaartje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  koningspaartje    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ko·nings·paar·tje

Zelfstandig naamwoord

hetkoningspaartjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord koningspaar
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.