koningspaar

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  koningspaar    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ko·nings·paar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord koningspaar koningsparen
verkleinwoord koningspaartje koningspaartjes

Zelfstandig naamwoord

hetkoningspaaro

  1. het echtpaar van de koningin met diens echtgenoot

Gangbaarheid

  • Het woord koningspaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.