koop uit

Uitspraak

• Geluid:  koop uit    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• koop uit

Woordherkomst en -opbouw

• uit koop (werkwoord) en uit, hiertussen kunnen nog andere woorden staan

Werkwoord

koop uit

1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitkopen
   

   • Ik koop uit. 

2. gebiedende wijs van uitkopen
   

   • Koop uit! 

3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitkopen
   

   • Koop je uit? 

Gangbaarheid

• Het woord koop uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.