kooplieden

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kooplieden    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • koop·lie·den

Zelfstandig naamwoord

dekoopliedenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord koopman
     Toen Myra in handen viel van de Mohammedanen, brachten Italiaanse kooplieden in 1087 het kostbare gebeente van Nicolaas naar Bad in Apulië ( Zuid-Italië ).[1]
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord kooplieden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. “Het hele jaar rond: van Sinterklaas tot Sintemaarten” (1973), Lemniscaat , p. 10
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.