koos

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  koos    (hulp, bestand)
  • IPA: /kos/ (1 lettergreep)
    • (Noord-Nederland): /kos/
    • (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /kos/
Woordafbreking
  • koos

Werkwoord

vervoeging van
kiezen

koos

  1. enkelvoud verleden tijd van kiezen
    • Ik koos. 
    • Jij koos. 
    • Hij, zij, het koos. 
     Ik koos uiteindelijk voor de Duplex van Zpacks, een ruime tweepersoons enkelwandige, cuben fiber tent van nog geen 700 gram.[1]

Werkwoord

vervoeging van
kozen

koos

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kozen
    • Ik koos. 
  2. gebiedende wijs van kozen
    • Koos! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kozen
    • Koos je? 

Gangbaarheid

  • Het woord koos staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
92 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.