kopieer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kopieer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ko·pi·eer

Werkwoord

vervoeging van
kopiëren

kopieer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kopiëren
    • Ik kopieer. 
  2. gebiedende wijs van kopiëren
    • Kopieer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kopiëren
    • Kopieer je? 

Gangbaarheid

  • Het woord kopieer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.