kopiëren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kopiëren    (hulp, bestand)
  • IPA: /kopij'ɪːrə(n)/
Woordafbreking
  • ko·pië·ren, ko·pi·eren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
kopiëren
/kopij'ɪːrə(n)/
kopieerde
/kopij'ɪːrdə/
gekopieerd
/ɣəkopij'ɪːrt/
zwak -d volledig

Werkwoord

kopiëren

  1. overgankelijk een duplicaat maken van
  2. overgankelijk imiteren
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord kopiëren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.