kortoor

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kortoor    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • kort·oor

Werkwoord

vervoeging van
kortoren

kortoor

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kortoren
    • Ik kortoor. 
  2. gebiedende wijs van kortoren
    • Kortoor! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kortoren
    • Kortoor je? 

Gangbaarheid

  • Het woord 'kortoor' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
21 %van de Nederlanders;
30 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.