krachttraint

Uitspraak

• Geluid:  krachttraint    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈkrɑxtrent / (2 lettergrepen)

Woordafbreking

• kracht·traint

Woordherkomst en -opbouw

•  krachttrain ww  met de uitgang -t

Werkwoord

krachttraint

1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van krachttrainen
   

   • Jij krachttraint. 

2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van krachttrainen
   

   • Hij krachttraint. 

3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van krachttrainen
   

   • Krachttraint! 
   • Dus je traint en je traint en je traint en je traint, waarbij je ook nog traint, traint, traint en traint, waarnaast je krachttraint, looptraint en regelmatig babbelt met de sportpsycholoog, die de motivatie onderhoudt. Geen twijfels, daar gaat het om. ^[1]

Gangbaarheid

• Het woord 'krachttraint' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen