kreupelt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kreupelt    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • kreu·pelt

Werkwoord

vervoeging van
kreupelen

kreupelt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kreupelen
    • Jij kreupelt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kreupelen
    • Hij kreupelt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van kreupelen
    • Kreupelt! 

Gangbaarheid

  • Het woord kreupelt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.