kringelen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kringelen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈkrɪŋələ(n)/
Woordafbreking

krin·ge·len

Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
kringelen
kringelde
gekringeld
zwak -d volledig

Werkwoord

kringelen

  1. inergatief zich in cirkels blijven bewegen
    • De rook kringelde boven de kampvuren omhoog. 
     Een dag later, lopend door een brede kloof, zag ik een rookpluim in de verte omhoog kringelen.[2]

Gangbaarheid

  • Het woord kringelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
81 %van de Nederlanders;
61 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.