kruisbloemigen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  kruisbloemigen    (hulp, bestand)
  • IPA: /krœyzˈbluməɣə(n)/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • kruis·bloe·mi·gen
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

dekruisbloemigenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord kruisbloemige
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (plantkunde) Brassicaceae  of Cruciferae, plantenfamilie waaruit veel wintergroenten komen

Gangbaarheid

  • Het woord 'kruisbloemigen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.