kruisten af

Uitspraak

• Geluid:  kruisten af    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• kruis·ten af

Woordherkomst en -opbouw

• uit kruisten (werkwoord) en af, hiertussen kunnen nog andere woorden staan

Werkwoord

kruisten (...) af

1. meervoud verleden tijd van afkruisen
   

   • Wij kruisten af. 
     
   • Jullie kruisten af. 
     
   • Zij kruisten af. 

Gangbaarheid

• Het woord kruisten af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.