lageren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  lageren    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • la·ge·ren
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

lageren [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
lageren
lagerde
gelagerd
zwak -d volledig
  1. aanbrengen van lagers zodat een wiel soepeler loopt
  2. in vaten te rijpen leggen van bepaalde etens- of drinkwaren
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord 'lageren' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
70 %van de Nederlanders;
54 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.