lamineer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  lamineer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • la·mi·neer

Werkwoord

vervoeging van
lamineren

lamineer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van lamineren
    • Ik lamineer. 
  2. gebiedende wijs van lamineren
    • Lamineer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van lamineren
    • Lamineer je? 

Gangbaarheid

  • Het woord lamineer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.