lamineren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  lamineren    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • la·mi·ne·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘metaal pletten’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [1]
  • afgeleid van het Franse laminer (met het achtervoegsel -eren) [2] [3]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
lamineren
lamineerde
gelamineerd
zwak -d volledig

Werkwoord

lamineren

  1. overgankelijk een verbindingstechniek om meerdere lagen van gelijke en/of verschillende materialen aan elkaar te verbinden
    • Hij ontwierp een methode, knipte en lamineerde zelf de opdrachtkaartjes die nodig waren. 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord lamineren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.