laugh-inducing

Engels

Woordherkomst en -opbouw
  • Samenstelling van laugh ("lach") en inducing ("wekkend").
stellend vergrotend overtreffend
laugh-inducingmore laugh-inducingmost laugh-inducing

Bijvoeglijk naamwoord

laugh-inducing

  1. lachwekkend
    «...he was (...) a perpetual laugh-inducing jokester of immense personal charm.»
    ...hij was (...) een voortdurend lachwekkende grappenmaker met veel charme.[1]

Verwijzingen

  1. Altrocchi
    , Rudolph. The Playful Spirit: Italian Humor, p. 141. Uitg.: iUniverse, ISBN 9781469784748.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.