lazy

Engels

Uitspraak
  • IPA: /ˈleɪzi/
Woordherkomst en -opbouw

Mogelijk van Engels laysy. Anders verwant met o.a. Angelsaksisch lesu/lysu, Oudnoords lasinn, Nederduits läösig, Vroegnieuwnederlands leuzig.[1]

Bijvoeglijk naamwoord

stellend vergrotend overtreffend
lazylazierlaziest

lazy

  1. lui, vadsig
Afgeleide begrippen

Verwijzingen

  1. lazy (adj.) Online Etymology Dictionary
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.