lebberde af

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  lebberde af    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • leb·ber·de af
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aflebberen

lebberde af

  1. enkelvoud verleden tijd van aflebberen
    • Ik lebberde af. 
    • Jij lebberde af. 
    • Hij, zij, het lebberde af. 

Gangbaarheid

  • Het woord lebberde af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.