lebbert af

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  lebbert af    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • lebĀ·bert af
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aflebberen

lebbert af

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aflebberen
    • Jij lebbert af. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aflebberen
    • Hij lebbert af. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van aflebberen
    • Lebbert af! 

Gangbaarheid

  • Het woord lebbert af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.