leefden

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  leefden    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈlefdə(n)/
Woordafbreking
  • leef·den

Werkwoord

vervoeging van
leven

leefden

  1. meervoud verleden tijd van leven
    • Wij leefden. 
    • Jullie leefden. 
    • Zij leefden. 
     Wat leefden we op dit moment in compleet andere werelden, wat was ik ver weg en wat zou ik ze nu graag even vast willen houden.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord leefden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.