leest voor

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  leest voor    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈlest ˈvor/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • leest voor
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
voorlezen

leest (…) voor

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorlezen
    • Jij leest voor. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorlezen
    • Hij leest voor. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van voorlezen
    • Leest voor! 

Gangbaarheid

  • Het woord leest voor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.