leg op

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  leg op    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • leg op
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
opleggen

leg op

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opleggen
    • Ik leg op. 
  2. gebiedende wijs van opleggen
    • Leg op! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opleggen
    • Leg je op? 

Gangbaarheid

  • Het woord leg op staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.