leg vast

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  leg vast    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • leg vast
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
vastleggen

leg vast

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vastleggen
    • Ik leg vast. 
  2. gebiedende wijs van vastleggen
    • Leg vast! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vastleggen
    • Leg je vast? 

Gangbaarheid

  • Het woord leg vast staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.