leg weg

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  leg weg    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • leg weg
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
wegleggen

leg weg

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegleggen
    • Ik leg weg. 
  2. gebiedende wijs van wegleggen
    • Leg weg! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegleggen
    • Leg je weg? 

Gangbaarheid

  • Het woord leg weg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.