legde uit

Uitspraak

• Geluid:  legde uit    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• leg·de uit

Woordherkomst en -opbouw

• uit legde (werkwoord) en uit, hiertussen kunnen nog andere woorden staan

Werkwoord

legde uit

1. enkelvoud verleden tijd van uitleggen
   

   • Ik legde uit. 
     
   • Jij legde uit. 
     
   • Hij, zij, het legde uit. 

Gangbaarheid

• Het woord legde uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.