lenzen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  lenzen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • len·zen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
lenzen
lensde
gelensd
zwak -d volledig

Werkwoord

lenzen [2]

  1. overgankelijk leegmaken.
  2. (scheepvaart) voor de wind varen
Verwante begrippen
Hyponiemen
  • aflenzen, uitlenzen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

delenzenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord lens

Gangbaarheid

  • Het woord lenzen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.