levensmiddelenvoorraadje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  levensmiddelenvoorraadje    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈlevənsˌmɪdələ(n)ˌvoratjə/ (8 lettergrepen)
Woordafbreking
  • le·vens·mid·de·len·voor·raad·je
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

hetlevensmiddelenvoorraadjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord levensmiddelenvoorraad
     De meeste huisvrouwen vinden het een prettig idee thuis een levensmiddelenvoorraadje achter de hand te hebben.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord 'levensmiddelenvoorraadje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

  1. Weblink bron Waar en hoe zal ik het bewaren in: Midden-Limburg, jrg. 39 nr. 44 (23 mei 1959), p. 2 kol. 5
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.