levert

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  levert    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈlevərt/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • le·vert

Werkwoord

vervoeging van
leveren

levert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van leveren
    • Jij levert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van leveren
    • Hij levert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van leveren
    • Levert! 

Gangbaarheid

  • Het woord levert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.


Noors

Woordafbreking
  • le·vert
Naar frequentie 4051
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud levert
o enkelvoud levert
meervoud leverte
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
leverte

Bijvoeglijk naamwoord

levert

  1. geleveerd

Werkwoord

levert

  1. voltooid deelwoord van levere



Nynorsk

Woordafbreking
  • le·vert
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud levert
o enkelvoud levert
meervoud leverte
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
leverte

Bijvoeglijk naamwoord

levert

  1. geleveerd

Werkwoord

levert

  1. voltooid deelwoord van levere
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.