leze

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  leze    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈlezə/ (2 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland): /ˈlezə/
    • (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈlezə/
Woordafbreking
  • le·ze

Werkwoord

vervoeging van
lezen

leze

  1. aanvoegende wijs van lezen
    • Men leze op bladzijde 58 van zijn boek het volgende: 

Gangbaarheid

  • Het woord leze staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Limburgs

Uitspraak
  • IPA: /ˈleːzɐ/ (Etsbergs)
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
leze
loos
gelaoze
klasse 2 volledig

Werkwoord

leze

  1. de weg kwijt zijn.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.