lezen

Niet te verwarren met: lèzen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  lezen    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈlezə(n)/ (2 lettergrepen)
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
lezen
'lezə(n)
las
lɑs
gelezen
ɣə'lezə(n)
klasse 5 volledig
Woordafbreking
  • le·zen
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

lezen

  1. overgankelijk zien en interpreteren van geschreven tekst
     Waarom ging ik zes maanden op de Pacific Crest Trail (PCT) dwars door Amerika lopen? Tja, waarom niet. In een oude National Geographic had ik ooit als kind een artikel over deze trail gelezen, 4.286 kilometer door Amerika.[3]
     Na een jaar lang plannen, lezen, onderzoeken, sparen en trainen ging mijn avontuur eindelijk beginnen, hoewel ik eigenlijk geen idee had waar ik aan begon.[3]
  2. overgankelijk selecteren van (on)gewenste exemplaren uit een verzameling, schiften
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • Gedachten kunnen lezen[4]
Precies weten wat er in iemand anders zijn hoofd omgaat, of die indruk willen wekken, gedachtelezen
  • Iemand de les lezen
Iemand er nadrukkelijk/vermanend op wijzen dat diegene iets verkeerds gedaan heeft
  • Iemand de levieten lezen
  • Iemand de metten lezen
  • Iemand zijn planeet lezen
  • Kunnen lezen en schrijven
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord lezen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen

Nedersaksisch

Werkwoord

lezen

  1. lezen
Schrijfwijzen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.