limitatief

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  limitatief    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • li·mi·ta·tief
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘beperkend’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [1]
  • afgeleid van limitatie met het achtervoegsel -ief
  • afgeleid van het Franse limitatif
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen limitatieflimitatieverlimitatiefst
verbogen limitatievelimitatieverelimitatiefste
partitief limitatiefslimitatievers-

Bijvoeglijk naamwoord

limitatief

  1. beperkend, begrenzend
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord limitatief staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
58 %van de Nederlanders;
77 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.