limpiar

Spaans

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
limpiar
limpiaba
limpiado
volledig

Werkwoord

limpiar

Woordafbreking
  • lim·piar
  • overgankelijk
  1. schoonmaken, reinigen
  2. zuiveren
Synoniemen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.