lispel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  lispel    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • lis·pel

Werkwoord

vervoeging van
lispelen

lispel

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van lispelen
    • Ik lispel. 
  2. gebiedende wijs van lispelen
    • Lispel! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van lispelen
    • Lispel je? 

Gangbaarheid

  • Het woord lispel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.