loop hard

Uitspraak

• Geluid:  loop hard    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• loop hard

Woordherkomst en -opbouw

• uit loop (werkwoord) en hard, hiertussen kunnen nog andere woorden staan

Werkwoord

loop hard

1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hardlopen
   

   • Ik loop hard. 

2. gebiedende wijs van hardlopen
   

   • Loop hard! 

3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hardlopen
   

   • Loop je hard? 

Gangbaarheid

• Het woord loop hard staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.