loops

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  loops    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • loops
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘ritsig, tochtig’ voor het eerst aangetroffen in 1477 [1]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen loopsloopserloopst
verbogen loopseloopsereloopste
partitief loopsloopsers-

Bijvoeglijk naamwoord

loops

  1. een vruchtbare vrouwelijke hond die gedekt wil worden door een mannelijke hond
    • De loopse hond trok veel aandacht van de reuen 
    • Gelukkig was de loopse teef gesteriliseerd zodat ze niet drachtig kon worden. 

Gangbaarheid

  • Het woord loops staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.