luchtbewoners

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  luchtbewoners    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈlʏx(t)bəˌwonərs/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • lucht·be·wo·ners
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

deluchtbewonersmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord luchtbewoner
    • Vroeger zou hij het schieten op onschuldige vogels gemeen hebben gevonden, maar de laatste weken had hij zelf, gedreven door de honger, al heel wat gevederde luchtbewoners gevangen en naar zijn moeder gebracht voor de pot. [1]

Gangbaarheid

  • Het woord 'luchtbewoners' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.